Uitgesproken door Eva de Raadt, fractievoorzitter CDA Haarlem, op 17 oktober tijdens het interpellatiedebat over de financiële tekorten bij Haarlem Marketing en de actieve informatieplicht van het college:
“Het CDA waardeert het dat de voorzitter van de Raad van Toezicht van Haarlem Marketing heeft ingegrepen toen dit nodig bleek te zijn.
Maar wij betreuren het feit, dat de portefeuillehouder van het college, de burgemeester, de raad hierover niet actief heeft geïnformeerd. Vandaar dat onze fractie de behoefte voelt tot een aantal nadere opmerkingen en vragen.
Om te beginnen; Wat ons betreft is Haarlem Marketing geen zelfstandige stichting. Waarom niet?
In de eerste plaats; zo’n 80-90% van hun omzet is afkomstig van subsidies. Met name subsidies van de gemeente Haarlem.
Ten tweede uit onze technische vragen blijkt dat een (gedetacheerd) ambtenaar medeverantwoordelijk was voor de financiën en de bedrijfsvoering bij de stichting.
En ten derde; de stichting krijgt gratis 1,5 verdieping bedrijfsruimte in het stadhuis.
Daarom zijn wij van mening dat Haarlem Marketing veel eerder de criteria van ‘een verbonden partij’ vervult, dan de criteria van ‘een reguliere zelfstandige subsidierelatie’. Of wel, het college heeft een grotere plicht tot informeren.
Maar er is nóg een andere belangrijke reden waarom het jaarverslag van HM actief had moeten worden aangeboden. Namelijk: ‘omdat we dit zo hebben afgesproken’.
Sinds het dualisme staat de actieve informatieplicht in de Gemeentewet. Iets wat deze raad nader heeft uitgewerkt in de ‘Handreiking Actieve Informatieplicht’. En heeft vastgesteld in 2015. Dit is een heldere richtlijn over wanneer en op welke manier het college geacht wordt de raad te informeren.
Op pagina 5 van die handreiking staat dat als er een conflict is bij een gesubsidieerde maatschappelijke organisatie, het college de raad hierover informeert. En een ontslagvergoeding van 70.000 voor de directeur vertelt ons dat hier sprake was van een arbeidsconflict.
Ook stelt de Handreiking dat de raad actief geïnformeerd moet worden wanneer er sprake is van een onderwerp ‘waarvoor media-aandacht bestaat’ en ‘waar het de financiële belangen van de gemeente raakt’.
Maar er is nóg een derde belangrijke reden. Want uit het jaarverslag blijkt naast een groot financieel tekort, ook nog iets anders, namelijk een gedateerde en amateuristische werkwijze van de Stichting Haarlem Marketing. In de commissie heb ik dit nader toegelicht. Vooral de wijze waarop data wordt verzameld is niet juist.
Daarom is dit de hoofdreden dat wij het zo betreuren dat de portefeuillehouder ons vorig jaar niet al op de hoogte heeft gesteld van de problemen bij Haarlem Marketing. Had hij dat wel gedaan, dan hadden we al een jaar eerder over de inhoudelijke prestaties van de stichting kunnen praten. En over de dure stichting-structuur, tevens een reden waarom we zo weinig zicht hebben op de kwaliteit.
Dus vandaar dat het CDA graag hoort of de portefeuillehouder ons in de toekomst, bij dit soort conflicten, wel actief zal informeren? Al is het alleen maar omdat hier 39 intelligente mensen zitten, die graag meedenken over verbeter-mogelijkheden van een stichting die heel letterlijk het gezicht is van deze stad.
Daarnaast horen wij graag, dat als het CDA bij de begroting een motie indient voor een onafhankelijk onderzoek, het college hier actief aan zal meewerken? Waarbij we zowel gaan kijken naar de stichting-structuur als naar de inhoudelijke kwaliteiten.
Tot zo ver voorzitter.”
Update:
Het CDA Haarlem zal in de begrotingsweek van 4 en 7 november 2019 een motie indienen waarin wij het college verzoeken om een onafhankelijk extern onderzoek in te stellen naar de stichting Haarlem Marketing waarbij onder meer wordt gekeken naar de financiële – en inhoudelijke kwaliteiten van de stichting, de effectiviteit van de bestede subsidiegelden en de wenselijkheid van de stichting-structuur.
okt
30