Lees hier de hele bijdrage van fractievoorzitter Gideon van Driel tijdens de eerste dag van de begrotingsbehandeling:
Laat ik maar meteen duidelijk zijn, het CDA stemt in ieder geval in met de eerste pagina van de begroting! Want na de troosteloze foto van vorige keer is wethouder Van Spijk het CDA nu meer dan tegemoet gekomen door de foto van het CDA verkiezingsprogramma op de voorkant te zetten. Als hij volgend jaar dan ook de rest van ons verkiezingsprogramma overneemt, nou dan zijn wij klaar.
Dat is volgend jaar, maar deze week moet er nog flink gewerkt worden. Want het college heeft voor de raad nog heel wat eindjes overgelaten om aan elkaar te knopen.
Regels – Handhaving
Om te beginnen de bezuiniging door het schrappen van ‘regels en bijbehorende handhaving’. Met het college worstelen wij hier als raad nu al anderhalf jaar mee. Na de raadsmarkt was het voor iedereen helder dat een pakket van 800.000 euro binnen het afgesproken kader, niet realistisch is. Daarom kwam het college met een alternatief voorstel, dat we nu deels overnemen in het amendement:
‘Geen regel, geen handhaving – het alternatief’, dat wij indienen met D66, de PvdA en GroenLinks.
Wij hebben de voorstellen 1 t/m 6 overgenomen van het college, goed voor de helft: 4 ton. Daarnaast is een afvaardiging uit de commissie bestuur zoals u weet op hoofdlijnen tot een voorstel gekomen om overbodige regelgeving uit de APV te schrappen. Helaas is het ambtelijk nog niet gelukt om dit voorstel uit te werken en financieel door te rekenen, vandaar nu ‘pro memorie’. Dat geldt ook voor de dekking uit de bestemmingsreserve voor frictiekosten bovenformatieven. Het eventuele tekort in 2016 wordt incidenteel gedekt uit de algemene reserve en het eventuele meerjarige tekort wordt betrokken bij de algemene herijking in 2016.
Investeringsplan
Ik ga door naar een ander los eindje, het investeringsplan. Grote verwarring, want wat wordt er nou – wel en niet – doorgeschoven uit 2014 en 2015? Het CDA vroeg daarom al op 22 oktober om een geactualiseerd investeringsplan, maar dat kregen wij niet. Dat was niet nodig. Met de kennis van nu, herhalen wij ons verzoek, maar nu aan het college.
Stedenband Mutare
Een andere technische vraag hebben wij gesteld over de stedenband met Mutare. In de begroting staat dat deze loopt tot 2018, maar in de Kadernota heeft de raad besloten om de stedenband te beëindigen per 2016. Onze vraag was dan ook of het bijbehorende budget van 73.000 euro in 2016 en 2017 hierdoor vrijvalt. Het antwoord luidde: “De tekst in de begroting is abusievelijk opgenomen. De stedenband met Mutare wordt per 1 januari 2016 beëindigd. Het bijbehorende budget van 73.000 euro valt vrij in 2016 en 2017 en is reeds verwerkt.”
En is reeds verwerkt? Dus tekstueel is het niet verwerkt, maar financieel wel! Hmm… Het zal allemaal wel kloppen, maar het probleem is dat wij dit als raad niet kunnen controleren, terwijl dit boek toch echt ‘begroting’ heet. En aan inzicht in de financiën ontbreekt het de raad al heel lang. Hoe kunnen wij als raad onze wettelijke taak op ons nemen om jaarlijks voor alle taken en activiteiten van de gemeente de begroting vast te stellen zonder inzicht in de financiën?
Dekking moties
Wij noemen hier ook nog de eeuwige discussies tussen de raad en het college over dekking. De raad wil iets. Het college vraagt: “Uw dekking?” De raad komt met dekking. Het college zegt: “Nee hoor, dat kan niet.” Behalve als je in de coalitie zit, want dan kun je soms via het college nog wel even wat regelen. Want wij, de raad. Wij hebben geen idee. Wij hebben helemaal geen inzicht in de financiën.
Motie meer financiën
Wat het CDA betreft moet dit fundamenteel anders en daarom dienen wij de motie ‘Meer financiën in de begroting’ in met D66, de PvdA, GroenLinks, de ChristenUnie, de SP en de Actiepartij.
De motie bevat vier kern elementen:
1. Ten eerste willen wij dat de begroting een duidelijke en zichtbare koppeling bevat met de Kadernota. De kadernota is het kader van de raad voor de begroting en daarmee het belangrijkste politieke document voor de gemeenteraad. De begroting is de financiële uitwerking van de kadernota.
2. De begroting moet inzicht geven in de besteding van de middelen voor alle taken en activiteiten van de gemeente voor een weloverwogen vaststelling door de raad op beleidsveldniveau. Zo’n pakket op beleidsveldniveau kan oplopen tot 66 miljoen en daar stopt het inzicht voor de raad. Het komt er dus op neer dat wij zeggen: “Hier college, hier heeft u 66 miljoen voor maatwerkvoorzieningen. We hebben geen idee hoe u dit precies gaat besteden, maar succes!”
Dit willen wij anders. Wij willen inzicht in de besteding van die 66 miljoen. Formeel kunnen wij de begroting dan best vaststellen op beleidsveldniveau, want het college moet de stad kunnen besturen, maar de raad moet hierin weloverwogen kunnen beslissen. Als wij vinden dat die 66 miljoen 62 miljoen moet zijn, dan moeten we dat kunnen onderbouwen en dat kunnen wij alleen als wij inzicht krijgen in de onderliggende financiële uitwerking.
3. De begroting moet een zelfstandig leesbaar document zijn, waarin de beleidsvelden financieel gedetailleerd zijn uitgewerkt ondersteund door een tekstuele beschrijving van de belangrijkste componenten.
Het financiële verhaal moet het uitgangspunt zijn voor de begroting, ondersteund met tekst. Dus niet andersom. De tekst staat al in de kadernota. Wij willen financieel inzicht in de belangrijkste componenten van het beleidsveld, niet zoals nu alleen een toelichting op het verschil met vorig jaar.
4. Tot slot de bestemmingsreserves. Wij willen bij elke bestemmingsreserve het doel ervan beschreven zien met daarbij een meerjarige planning van de stortingen en onttrekkingen.
De bestemmingsreserves zijn onze spaarpotjes, 22 miljoen euro in totaal. In 2010 zat er nog 74 miljoen in dit spaarpotje. Het verschil hebben we de afgelopen jaren gebruikt om onze tekorten mee aan te vullen. Maar hoe het precies zat, wisten wij als raad helemaal niet. Sommige raadsleden herinneren zich nog wel de scherpe mails van Leo Verhoef, die ons hierop wees. Maar ja, wisten wij veel.
Zoals gezegd, wij willen dit fundamenteel anders. Wij beseffen dat dit een opgave zal zijn voor het college en vooral het ambtelijk apparaat, maar de raad heeft hierin een wettelijke taak en kan alleen financiële verantwoordelijkheid nemen wanneer wij inzicht krijgen in de financiën.
Wij verzoeken het college daarom de in de motie opgenomen kernelementen te verwerken in een voorstel voor ‘de richtlijnen van de begroting 2017’ en dit conform de raadsjaaragenda ter bespreking aan te bieden aan de commissie bestuur voor behandeling in mei 2016.
Tot slot nog twee vragen. En ik vraag het maar gewoon, voor de zekerheid. Na al het gedoe rondom het kasstroomplafond vragen wij het college hoe het zit met het investeringsplafond op kapitaallasten. Blijven wij hier nog wel onder? Onze tweede vraag ziet op de aangenomen motie “Stadhuis als duurzaam lichtend voorbeeld” over de verduurzaming van de verlichting in het stadhuis. De raad heeft het college gevraagd om voor de begrotingsbehandeling te komen met een uitwerking, maar wij hebben nog niets gezien. Graag een reactie daarop.
Tot zover de bijdrage van het CDA in eerste termijn. Dank u.