Natuur

Visie CDA Haarlem

Het principe van rentmeesterschap is één van de vier kernwaarden van het CDA. Wij hebben de aarde geërfd van onze ouders en geven het weer door aan de volgende generatie. We mogen daarom de natuur niet verwaarlozen! Dit is een taak van ons allemaal: de overheid, de bedrijven en de burgers.

De omgeving van Haarlem kenmerkt zich door groen, duinen en zee. Haarlem zelf is echter één van de meest versteende steden van Nederland! Het CDA Haarlem wil daarom behoedzaam omgaan met het groen in de gemeente. Speelgelegenheden, parken en volkstuintjes moeten behouden blijven en mogen niet opgeofferd worden voor woningen. Wij koesteren het groen!

Ook bewoners dragen bij aan de vergroening. Voorbeelden hiervan zijn het aanleggen van geveltuintjes en zo min mogelijk tegels in de achtertuin leggen. Dit bevordert de biodiversiteit en ontlast de riolering bij hevige regenval.

Wat wil CDA Haarlem

  • Er komen geen nieuwe plannen voor bebouwing van de Zuiderpolder, Veerpolder, Hekslootpolder, Verenigde Polders en het Westelijk Tuinbouwgebied. In de groene randen rondom de stad wordt niet gebouwd.
  • Overdag het hek bij de begraafplaats Kleverlaan openen aan de Schoterweg.
  • Voor een woonstraat is een eenvoudig plantsoen belangrijk. Het CDA wil dat als een straat vrijwilligers heeft die hiermee aan de slag willen, de gemeente dit faciliteert.
  • De gemeente moet het vergroenen van schoolpleinen stimuleren.
  • Bij het ontwikkelen van grond geldt het bestaand groen als uitgangspunt. De norm is dat bestaande bomen blijven staan. Geef bomen de kans om oud en monumentaal te worden!
  • Het CDA wil meer groen in de stad. Bij de herinrichting van straten en pleinen moeten er meer bomen komen. Wij willen 1700 extra bomen plaatsen.
  • Het aantal vierkante meters school-, doe- en volkstuinen blijft minimaal gelijk, wordt liever vergroot. Scholen in Haarlem en in het bijzonder in Schalkwijk worden door de gemeente uitgedaagd de kinderen de natuur in de tuinen te laten ‘proeven’. Als tuinen weg moeten gebeurt dat pas als er ruimtecompensatie overeengekomen is tussen gemeente en tuingebruikers.